Hoogbegaafdheid en leren: Als leren niet fijn voelt

apr 8, 2024 | Artikelen

Veel mensen hebben een beeld bij hoogbegaafdheid. ‘Hoogbegaafde kinderen zijn slim en kunnen alles snel leren.’ ‘Ze zijn geïnteresseerd in ‘saaie’ feitjes en ze leren heel graag.’ ‘Ze genieten van uitdaging.’ In principe kunnen deze dingen best kloppen, maar toch hapert er ook wel eens het een en ander. Wat te doen als jouw kind thuis heel hard roept graag uitdaging te willen, maar op school het pluswerk met geen vinger aanraakt? Klopt het niveau van het pluswerk dan soms niet? Dat is een mogelijke oorzaak. Maar er kunnen ook andere dingen spelen.

Leerfases

Veel mensen (her)kennen de leerfases van Maslow. Je start als je leert altijd in fase 1 (onbewust onbekwaam): je weet ergens niets van en realiseert je eigenlijk ook niet zo dat je dit niet weet of kan. Wellicht heb je het anderen zien doen, en ziet het er eenvoudig uit. Fase 2 (bewust onbekwaam): je probeert het en… man, dat valt tegen! Het lukt niet en daarvan ben je je nu wel heel bewust. Dat voelt helemaal niet fijn. Dit komt overeen met diep in de leerkuil zitten. Als je gaat oefenen kom je in Fase 3 (bewust bekwaam): ja, je begint het te leren en dat voelt al een stuk beter. Je moet er nog wel je best voor doen en elke keer dat het lukt ben je je er bewust van. Fase 4 (onbewust bekwaam): nu gaat het vanzelf, je denkt er niet meer bij na. Je bent er dus ook niet meer bijzonder trots op, je vindt het al snel vanzelfsprekend. Deze leerfases gelden in principe voor iedereen. Maar hoogbegaafden staan erom bekend dat bij hen het leerproces regelmatig iets anders verloopt. Hoe zit dat bij deze fases?

Leercurve

Om te beginnen bekijken we de fases in een curve. Deze is gebaseerd op onderzoek van Dunning en Kruger, maar het is waarschijnlijk zo dat de grafiek het effect dat zij gemeten hebben iets overdrijft. Voor dit artikel is dat niet zo van belang, want de meeste mensen herkennen hierdoor goed het patroon. Het Dunning-Kruger effect gaat erom dat mensen die ergens weinig van weten, vaak juist vrij overtuigd zijn van hun kennis en vaardigheden. Oftewel: zij bevinden zich dus in fase 1 van Maslow. In deze grafiek heet dat: Mount Stupid. Dit is een prima benaming als je erom kunt lachen. Het betekent namelijk niet dat je dom bent, maar dat je bv mensen bezig gezien hebt die het al heel gemakkelijk vonden (zoals autorijden of een deur verven) en als vanzelf deden (fase 4), waardoor het jou ook makkelijk leek. Gebeurt ons allemaal regelmatig, dus het is niet vreemd om soms op Mount Stupid te zitten.

Groeimindset

Overigens ging er jarenlang een foto van Pippi Langkous rond met de tekst: ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan’. Typisch gevalletje van Mount Stupid. Als je die zin aan een groeimindset wilt koppelen, kun je er volgens mij beter zoiets van maken: ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan leren’. Nu staat die quote van Pippi nergens in de boeken, dus de maker van de poster zat wellicht ook nog even in fase 1. Anyway.

Wanneer je ergens iets meer van weet, merk je op hoeveel er eigenlijk nog is dat je niet weet (fase 2 dus) en dat heet in de grafiek in de Vallei der Wanhoop. Ja dat klinkt best dramatisch! En eerlijk, zo voelt dat ook wel vind ik. Om daaruit te komen is er maar één manier en dat is leren. Oefenen. Zo klim je omhoog naar fase 3 en fase 4.

Ook dit is iets wat bij hoogbegaafden in principe net zo gaat als bij andere mensen, maar… er zijn wat mogelijke verschillen. Hieronder aantal factoren (en er zijn er vast nog meer!) die het proces kunnen beïnvloeden. En voor de duidelijkheid: hierbij baseer ik me op mijn eigen ervaring met de kinderen die ik in de praktijk zie. Ik heb hier geen wetenschappelijk onderzoek naar gedaan…

Mogelijke valkuilen

Te weinig uitdaging gehad: Zeker op de basisschool hebben veel van deze kinderen de Vallei van Wanhoop niet zo vaak ervaren. Zij zagen iets, dachten dat het eenvoudig zou zijn en tja, dat bleek dan eigenlijk ook het geval… Hun curve zag er dus heel anders uit; de vallei was hooguit een licht dipje. Zij hebben niet geleerd om het gevoel van wanhoop te verdragen, niet geleerd hoe je eruit kan klimmen. Dit wordt ook wel benoemd als ‘springen over de leerkuil’.

Creatief denken: Mocht zo’n kind nou toch eens in die ellendige Vallei terechtkomen, dan vindt het vaak wel een creatieve oplossing. De opdracht delegeren, negeren, anders uitvoeren of zeggen dat het saai of makkelijk is… Ze komen de Vallei dan wel uit, maar niet via de weg omhoog.

Intense emoties: De Vallei der Wanhoop voelt helemaal niet fijn. Als je dat intens ervaart, omdat je nu eenmaal al je emoties intens ervaart, dan ga je deze koste wat het kost uit de weg. Word je er toch voortdurend in gedwongen, bijvoorbeeld op de middelbare school, kan dit echt heel vervelend voelen en bv leiden tot vermijdend gedrag, spijbelen, weerstand, somberheid enz.

Oefenen: Hoogbegaafde kinderen hebben vaak nogal een hekel aan herhaling, en dus aan steeds weer oefenen van dezelfde vaardigheid. En hoewel ze voor veel dingen minder oefening nodig hebben dan gemiddeld, zijn er nog voldoende onderwerpen waarvoor wel degelijk enige oefening noodzakelijk is… maar zonder oefening blijven ze in de Vallei zitten.

Hoge lat: In het eerste model is er een vrij stevige scheidslijn tussen fase 2 en 3, en tussen fase 3 en 4. Dat lijkt soms ook zo. Ken je bijvoorbeeld je tafels en krijg je je tafeldiploma, dan lijk je in één keer in de volgende fase te belanden. In werkelijkheid is er natuurlijk meestal een geleidelijke verschuiving zonder duidelijke grens. Wanneer ben je bekwaam in skiën, in vrienden maken, netjes schrijven of in rekenen? Wie bepaalt dat, met wie vergelijk je jezelf? Hoogbegaafden kunnen nogal eens wat hoge verwachtingen van zichzelf hebben, of hoge verwachtingen ervaren uit hun omgeving. Zij zijn dan pas tevreden (of vaker nog: ‘enigszins tevreden’) als zij zich vrij ver aan de hogere rechterkant van de curve bevinden. Dus dat onaangename en heftige gevoel van wanhoop, houdt nog lang aan ook!

Vaardigheden: En natuurlijk kan het ook ‘gewoon’ te maken hebben met het niet goed aangeleerd hebben van bepaalde vaardigheden. Omdat je, toen het uitgelegd werd, dacht dat jij dat, zoals meestal, al kon. Omdat je meester of juf dacht dat je het zoals zo vaak wel uit jezelf zou kunnen. Of omdat je automatiseren lastig vindt. Omdat je in de plusklas was. Wat dan ook.

Hoogbegaafde kinderen begeleiden

Wat heb je eraan om dit te weten? Zelf leg ik regelmatig de modellen op tafel bij ouderbegeleiding of bij begeleiding van wat oudere kinderen of volwassenen. Vaak is dit herkenbaar en kunnen we lachen om Mount Stupid. Daar wil toch eigenlijk niemand zijn. Dus als je in de Vallei der Wanhoop zit, hoe vervelend ook, kun je in elk geval alvast blij zijn dat je niet meer op Mount Stupid bent. Want hoewel het vervelender voelt in de Vallei van Wanhoop; je bent wél al een stuk wijzer dan je was!

Ook uitleg over de Vallei der Wanhoop helpt, zeker omdat de kinderen vaak (h)erkennen dat zij die vallei eerder in hun leven maar weinig tegenkwamen. Weten dat klasgenoten die Vallei vaker gezien hebben waardoor zij zich er wat vertrouwder bij voelen, kan een eyeopener zijn. Erkenning voor het nare gevoel; zij stellen zich niet aan maar voelen zich echt heel vervelend. En tóch hoort het erbij! Je bent dan niet dom, het is heel normaal!

We bespreken ook het oefenen; waarom is dat nodig, hoe werken je hersenen eigenlijk? Waarom is het zo stom voor jou, en welke (creatieve) manieren kunnen we samen bedenken om deze vaardigheid op een beetje leuke manier aan te leren? Via een spelletje, door het uit te tekenen of door springend te leren? Wat past bij jou?

Daarnaast kijken we naar hoe hoog een kind op dit moment werkelijk zit als het om ‘bekwaamheid’ gaat; vaak is dat hoger dan ze zelf eerst denken. We proberen dit samen enigszins objectief vast te stellen, bijvoorbeeld door andere mensen om feedback te vragen. En dan: hoe hoog willen ze graag zitten; wanneer zijn ze tevreden? Dat is vaak een stuk hoger dan realistisch is. Door dat bewust te krijgen, kan een kind vaak het doel wel (een stukje) bijstellen.

En mochten we ontdekken dat je ergens een creatieve exit-route uit de Vallei gevonden hebt, door bv de hond je huiswerk te voeren, dan lachen we erom. We vieren de creativiteit van het denken. Maar we proberen ook na te denken over de consequenties: wat leer je nu niet? Welke vaardigheden ontzeg je jezelf? Hoe kunnen we toch een klein stapje zetten die berg op?

Elke reis begint tenslotte met een eerste stap (aldus Gandhi), ook als je uit de Vallei wilt klimmen… en bij elke stap vooruit ga je je iets minder wanhopig voelen.